Dat maakt minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) dinsdag bekend op een persconferentie. Ook komt er een ambassadeur die de aanpak van jeugdwerkloosheid ‘een gezicht moet geven’.
Dit bedrag komt deels (35 miljoen) uit een potje van 100 miljoen dat was gereserveerd voor de aanpak van werkloosheid onder jonderen en ouderen. Het kabinet voegt hier nog 15 miljoen aan toe vanuit het ministerie van Onderwijs.
Volgens Asscher is deze aanpak een ‘tussenstand’. Hij wil dat het sociaal overleg, dat deze maand met werkgevers en werknemers wordt gevoerd, meer duidelijkheid geeft over de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
Van de 50 miljoen wordt de helft besteed om jongeren door te laten leren op het MBO, in een richting waarbij het perspectief op werk goed is, bijvoorbeeld de techniek.
De andere helft gaat naar de begeleiding van jongeren naar werk. Arbeidsmarktregio’s kunnen dit geld uitgeven aan startersbeurzen, om jongeren werkervaring te laten opdoen.
Ook kan het geld besteed worden aan jongerenloketten, waar jongeren terecht kunnen voor advies over het vinden van werk of scholing.
De ambassadeur, die voor twee jaar zal worden aangesteld, krijgt onder meer als taak om werkgevers en gemeenten bij elkaar te brengen om te zorgen voor banen voor jongeren. Wie de ambassadeur wordt is nog niet bekend.
“De ambassadeur moet de zaak bezielen en er aan sleuren. Dat zal een forse inspanning vergen”, aldus Asscher.
Het kabinet wil verder dat de sociale partners hun steentje bijdragen door afspraken te maken over stages en leerbanen. Ook wil Asscher een intensivering van het stageoffensief van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Onder voorwaarden wil het kabinet dit plan deels financieren.
Specifiek voor de sector techniek is het kabinet met de sociale partners en de technische onderwijsinstellingen al bezig met een ‘techniekpact’ om het tekort aan arbeidskrachten aan te vullen.
De jeugdwerkloosheid is de laatste tijd fors gestegen. Was deze in 2011 met 9,8 procent al relatief hoog, in januari 2013 lag dit percentage op 15 procent. Niet eerder sinds de jaren 80 van de vorige eeuw was de jeugdwerkloosheid zo hoog.
Terwijl van de totale beroepsbevolking dit percentage op 7,5 procent ligt, oftewel 592.000 mensen.
FNV Jong en CNV Jongeren zijn blij dat er nu door het kabinet meer erkenning is voor het groeiende aantal jongeren dat zonder werk komt te zitten.
In eerste instantie zou het kabinet slecht 6 a 7 miljoen euro voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid willen uittrekken.
“Dat was een schertsvertoning”, aldus IJmert Muilwijk van CNV Jongeren. Toch reageren de jongerenbonden kritisch op de plannen van het kabinet. “Een beetje te laat en een beetje te weinig”, zo reageert Dennis Wiersma van FNV Jong.
“De ambassadeur gaat met vrij beperkte ruimte aan de opdracht beginnen. Het is een goede start, maar nu moet er wel doorgepakt worden.” Beide bonden lobbyen al enige tijd voor meer aandacht voor de oplopende jeugdwerkloosheid.
“Bovendien zijn de maatregelen preventief. Er wordt niets gedaan voor de vele jongeren die nu al werkloos zijn”, aldus Wiersma.
“Het lijkt veel geld, maar als je via een startersbeurs iets zou willen doen in de regio’s, heb je al veel meer nodig”, aldus Muilwijk. De jongerenbonden hopen dat in april nog meer duidelijk wordt over de aanpak tegen de jeugdwerkloosheid. Ook vinden ze dat de ambassadeur de ruimte moet krijgen eigen plannen te maken.
Bovendien wijzen ze erop dat andere plannen van het kabinet, zoals het instellen van een sociaal leenstelsel waardoor minder jongeren zullen gaan studeren en hogere kosten voor een tweede studie, ook effect hebben op de jeugdwerkloosheid. “Het is sterk de vraag of de plannen van vandaag voldoende zijn om dat te herstellen.”
(Bron: nu.nl)